Waarom ik mijn horecabijbaan drie keer niks vond

Tijdens m’n studie had ik ooit twee jaar een bijbaan als cateringmedewerker in een theater. Ik vond het drie keer niks.

5 x wat ik pittig vond aan werken in de horeca

Ik was altijd zenuwachtig

Faalangst, perfectionisme, piekeren, sociaal doen. Voorafgaand aan elke dienst had ik buikpijn. Vooral wanneer ik in het restaurant een upgrade kreeg van runner naar wijkhoofd.

Dan moest ik opeens gastvrouw spelen, obers aansturen en rondjes lopen. En aan het einde van de avond kon er zomaar een briefje van een Mystery Guest op tafel liggen en probeerde ik terug te halen of alles bij deze tafel wel vlekkeloos was verlopen.

En er was ook nog tijdsdruk, want alle gasten moesten om 20.00 uur in de theaterzaal zitten.

 

Ik liep de hele avond rondjes.

 

Ik liep te klooien met memoblaadjes

Mijn notitieblokje barstte van de bestellingen, tafelnummers en volgorde van binnenkomst. Wie vraagt om de vegetarische amuse? Wie is er aan de beurt voor het hoofdgerecht? Welke tafel moet nog worden uitgehaald?

En voor de pauzes maakte ik een briefje met optelsommetjes van drankencombi’s, omdat ik achter die pauzebar met een bloedgang bedragen moest noemen. Ik geloof dat ik alleen een kassalade had, geen computer.

Hoe dan ook. Hoofdrekenen is niet mijn ding. Ik pak voor 3 x 375 al een rekenmachine.

Dus uitrekenen hoeveel 3 koffie, 4 cola, 1 muffin en 1 Snickers bij elkaar is, wanneer er een enorme wachtrij gasten voor m’n neus staat? Dat haalt nét niet mijn top 10 van meest relaxte momenten.

 
 

Krachtsport is niet mijn ding

Al het tillen, lopen, duwen, laden en lossen in de horeca is zwaar.

Met 3 borden tegelijk lopen vond ik wel cool, maar het waren wel luxe zware borden. Door het gewicht én de stress (zie punt 1) liep ik daardoor vaak met opgetrokken schouders. Gevolg: carpaal-tunnelsyndroom en RSI-schouders in de kinderschoenen. En enorme zweetkakkers aan het einde van de avond.

Ik ben bang in het donker

Wat heeft het donker met die horecabijbaan te maken? Nou, ik moest weleens naar de verlaten kelder voor kratten fris. Dus een donkere gang in waar het licht nog moet aanspringen.

Of met karren vuile vaat naar de spoelkeuken op een andere verdieping. Die collega’s waren vaak allang naar huis. Ging die liftdeur open dan keek ik in een zwart gat vol wegschietende muizen. En Magere Hein stond in de hoek.

 
 

Servies is levensgevaarlijk

Ik was eens melkkannetjes en suikerpotjes aan het klaarzetten. Laat ik zo'n kannetje uit mijn handen glippen. Het barst kapot en valt richting grond, maar ik probeer het in een reflex nog te blokkeren met m’n been. Scherven opgeruimd.

Ontdek ik daarna een scheur in mijn sloof. En bloed. Dus ik zat om 23.30 uur bij de huisartsenpost voor wat hechtingen. Ik kan me gelukkig nog in bikini vertonen.

‘Waarom ben je daar dan 2 jaar blijven werken?’

Het was natuurlijk niet alleen maar afzien in de horeca. Leuke dingen vond ik bijvoorbeeld de lol met collega’s, de kick, de vele verschillende mensen die je spreekt, alles netjes klaarzetten voor de volgende dag, cocktails shaken, het exclusieve ‘achter de schermen’-theatergevoel, overgebleven bitterballen opeten, geinen met de chefs, met korting naar mooie voorstellingen en het salaris.

 

Bron: Kakhiel.

 

Jij neemt die stress weg

Mijn bedoeling met dit verhaal? Het is duidelijk: aan stress en tijdsdruk zijn in de horeca geen gebrek. En in heel veel andere sectoren ook niet! Dus superfijn dat jullie software, hardware of trainingen het werk van professionals makkelijker maakt. Maar weet jullie doelgroep wel dat jullie bestaan?

Weten potentiële klanten jullie te vinden?

Ik hoor namelijk vaak dat online zichtbaarheid, (e-mail)marketing en teksten schrijven maar gedoe is. En misschien blijven er door tijdgebrek kansen liggen.

Denk bijvoorbeeld aan blogs en een maandelijkse nieuwsbrief waarin je potentiële klanten tips en inspiratie voorschotelt. Kun je ze daar nog warmer maken voor je aanbod. En die content is ook nog een supergastvrij voor je leads én voor oom Google.

Laten we even kletsen

Dus worstel je met je content? Praat eens met mij over hoe het anders kan. Of niet. Zelf weten.